Niets zo moeilijk als de toekomst voorspellen. Iedereen kent het filmpje uit 1998 over mensen die het nut niet inzien van een mobiele telefoon, terwijl Chriet Titulaer in 1985(!) al de mobiele telefoon voorspelde. Dus ja :)
Door middel van scenarioleren moest ik 4 toekomstscenario's voor mijn onderwijssector (hbo) schetsen die allemaal even aannemelijk zijn. Via de speculatieve methode van back-casting heb ik beschreven hoe de dingen gelopen zijn. Ik mocht hierbij alleen feiten en voorspellingen gebruiken, maar wel focussen op onzekerheden én onderbouwen mbv theorie. Daarbij moest het een beeldend communiceerbaar verhaal zijn.
Nou ...Hierbij dan ...
Op basis van trends hebben we als groep een keuze gemaakt voor 2 assen als drijvende krachten. Op basis hiervan kom ik tot de volgende 4 toekomstscenario's
Klik op de afbeelding voor de Prezi |
Scenario 1 Verwonderen
Nu in 2030 zitten we in de fase van het ‘de-schooling’ (Biesta, 2015). Niet alleen hogescholen hebben
monopolie op contentontwikkeling en instructie. Sinds in 2010 de Khan Academy
begon met online delen van lesfragmenten via YouTube zijn er steeds meer
aanbieders gekomen van leerarrangementen. Het ‘unbundeling’ van het onderwijs
is doorgezet (van der Dussen & Kos, 2013). Het werkveld hecht geen
waarde meer aan diploma’s, maar vinden het Persoonlijk Studie &
OntwikkelDossier (PSOD) van studenten belangrijker. In het digitaal PSOD kunnen
zij aantonen de nodige kennis en vaardigheden bezitten. Iedere student heeft nu
een eigen persoonlijk curriculum. Het zelfgeorganiseerd leren (DIY, Do It
Yourself) is de standaard geworden waarbij de verantwoordelijkheid voor het
leerproces bij de lerende ligt in tegenstelling wat in 2015 gebruikelijk was.
Leren is doen. Learning analytics en big data vormen de basis voor persoonlijke
advisering (den Ouden, Valkenburg, & den Brok, 2014). Deze analyses worden samen
met de badges verzameld in het PSOD. Unesco (Delors, 2013) benoemde de ontwikkeling van
ieder individu als een fundamenteel principe, het gaat om persoons- en
talentontwikkeling. Ontdekken wie je bent. Met de huidige talentprogramma’s kan
met behulp van een iOS (individueel OntwikkelSysteem) je eigen dromen en
krachten in kaart gebracht worden (De beelden van de film
‘Her’ uit 2013 zijn toch werkelijkheid geworden!). Tevens heeft de
doorontwikkeling van de augmented technologie (in 2015 had men het nog over de Hololens en Magic Leap) er voor gezorgd dat
iedere student in 2030 met behulp van hologrammen zijn eigen persoonlijke
leeromgeving kan creëren waar hij of zij maar wilt.
Scenario 2 Verblijven
Mensen zijn en blijven een sociaal wezen. Studenten in 2030
vinden het nog steeds belangrijk om samen te komen in de ‘living and learning villages’. In deze omgeving worden studenten
uitgedaagd om zowel binnen als buiten het klaslokaal elkaar te ontmoeten. De
leermiddelen zijn zoals in 2015 al verwacht (den Ouden, Valkenburg, & den Brok, 2014) gepersonaliseerd wat betekent
dat ze gebaseerd zijn op ieders persoonlijk profiel van kennis, vaardigheden en
interesses. Onderwijs draait allemaal om nieuwsgierigheid, ontdekken,
onderzoeken en plezier hebben. Unesco (Delors, 2013) benoemde het verwerven van
een ‘body of knowledge’ zo’n 20 jaar geleden al noodzakelijk om de omgeving
waarin we leven te begrijpen. De verplichte (lange zomer) schoolvakanties zijn
gelukkig sinds 2025 afgeschaft. Leren is alomtegenwoordig.
De ‘living and learning villages’ hebben diverse type ontmoetingsruimtes, verder geëvalueerd op het S2M-principe (Seats to meet), en zijn 24/7 - 365 dagen per jaar toegankelijk. Sinds in 2014 het Manifest MakerOnderwijs in de Tweede Kamer is aangeboden zijn veel van deze uitgangspunten in het huidige onderwijs terug te vinden. In de Makerspaces (gebaseerd op de FabLabs) kunnen studenten samen problemen oplossen en tips met elkaar delen en verkennen. Creativiteit, ontwerpen en ontwikkelen met behulp van 3D technieken en robots staan hier centraal. Deze ontwikkeling werd in het Horizon Report 2015 (Johnson, Adams Becker, Estrada, & Freeman, 2015) benoemd als een trend voor de middellange termijn (2 tot 3 jaar). Het heeft nog wat jaren geduurd, maar het leren door samen te maken is niet meer weg te denken uit het onderwijs in 2030. De huidige stand van zaken met betrekking tot wearable technology en internet of things is ondenkbaar veranderd tov 2015 (Johnson et al., 2015). Nu kunnen we met onze slimme sieraden (brillen, ringen, armbanden, horloges) en aan elkaars kleding zien of we elkaar willen ontmoeten, waar en of we samen aan bepaalde leerdoelen willen werken.
De ‘living and learning villages’ hebben diverse type ontmoetingsruimtes, verder geëvalueerd op het S2M-principe (Seats to meet), en zijn 24/7 - 365 dagen per jaar toegankelijk. Sinds in 2014 het Manifest MakerOnderwijs in de Tweede Kamer is aangeboden zijn veel van deze uitgangspunten in het huidige onderwijs terug te vinden. In de Makerspaces (gebaseerd op de FabLabs) kunnen studenten samen problemen oplossen en tips met elkaar delen en verkennen. Creativiteit, ontwerpen en ontwikkelen met behulp van 3D technieken en robots staan hier centraal. Deze ontwikkeling werd in het Horizon Report 2015 (Johnson, Adams Becker, Estrada, & Freeman, 2015) benoemd als een trend voor de middellange termijn (2 tot 3 jaar). Het heeft nog wat jaren geduurd, maar het leren door samen te maken is niet meer weg te denken uit het onderwijs in 2030. De huidige stand van zaken met betrekking tot wearable technology en internet of things is ondenkbaar veranderd tov 2015 (Johnson et al., 2015). Nu kunnen we met onze slimme sieraden (brillen, ringen, armbanden, horloges) en aan elkaars kleding zien of we elkaar willen ontmoeten, waar en of we samen aan bepaalde leerdoelen willen werken.
Scenario 3 Verdiepen
Het hoger beroepsonderwijs draait in 2030 om kennis en vaardigheden die
het werkveld heden ten dage nodig heeft. Het learning to do zoals Unesco dat zo’n 20 jaar geleden noemde (Delors, 2013). Sinds 15 jaar heeft het
Rijnlands denken ook meer wortels in het politieke landschap gekregen (Wiardi Beckman Stichting, 2013). De uitgangspunten
vertrouwen, vakmanschap en verantwoordelijkheid zijn ook doorgevoerd in het
onderwijs. Het sturen op kwaliteit en effectiviteit door allerlei overheidscontroles
is onder invloed van Biesta (2015) sinds 5 jaar afgeschaft. Geen
accreditatiecommissies meer! De docenten hebben inmiddels al zo’n 10 jaar een
sterke beroepsvereniging die zelf hun onderwijskwaliteit op peil houdt. Het
meester-gezel principe is weer teruggebracht in het beroepsonderwijs. De
vervlechting van onderwijs en werken waarin de roadmap Leren in Eindhoven 2030 (den Ouden, Valkenburg, & den Brok, 2014) melding van werd gemaakt, is
realiteit geworden. Studenten hebben al dan niet met behulp van
videoconferencing veelvuldig contact met het werkveld. En doordat we nu
dynamische roosters hebben (den Ouden et al., 2014) worden de leerervaring van
studenten op het juiste moment ingepland in het werkveld. Tevens worden
authentieke taken uit de beroepspraktijk in simulatieomgevingen. Deze Virtual Reality is nauwelijks van echt
te onderscheiden. Doordat docenten ook regelmatig in contact staan met het
werkveld kan het curriculum continue aangepast worden aan de behoefte in het
werkveld. Het werkveld vraagt op haar beurt het onderwijs om vernieuwingen die
getoetst en ingezet kan worden in de praktijk. In deze professionele
leergemeenschap waarbij fysieke ontmoeting en interactie tussen docenten en
studenten onveranderd als waardevol wordt gezien, worden kennis en ervaring
open gedeeld en is beoordelen een doorlopend proces om studenten de gewilde
professional te laten worden (Sluijsmans, 2013).
De opkomst van MOOC’s (Massive Open Online Courses) rond 2010 zijn disruptive gebleken voor het huidig hoger
beroepsonderwijs. Het onderwijs wordt in 2030 open en online aangeboden (van der Dussen & Kos, 2013). Met behulp van de huidige
technologie is het mogelijk het onderwijs flexibel met behoud van ouderwetse kwaliteit
te accrediteren. Door slim gebruik te maken van big data is studentvoortgang
goed te monitoren en kunnen we als onderwijsinstelling de studenten goed
ondersteunen. Het onderwijs is contentgebaseerd waarin docenten de lesstof
aanbieden via een serie van korte instructies (tekst, video, virtual reality). Studenten worden ook
uitgedaagd met interactief lesmateriaal waarin game-elementen in zijn verwerkt.
De lesstof wordt adaptief aangeboden, een trend die in het Horizon Report uit
2015 al werd voorzien (Johnson, Adams Becker, Estrada, & Freeman, 2015). Door dit just-in-time onderwijs zijn de
leerresultaten beter dan 15 jaar geleden. Het motiveert studenten beter doordat
zij autonomie ervaren (Deci, Vallerand, Pelletier, & Ryan, 1991). Na de individuele opdrachten
maken studenten een toets, bij goed resultaat kunnen zij verder naar het
volgende onderdeel van het curriculum. Het belangrijkste leerproces vindt
plaats de netwerken die rondom het onderwijs zijn gevormd. In deze learning communities worden studenten
uitgedaagd om samen met docenten en professionals uit het werkveld naast de
gezamenlijke doelen hun eigen leerdoelen te realiseren. Unesco (Delors, 2013) gaf zo’n 20 jaar geleden al
aan dat social learning de
belangrijkste pijler is van ons onderwijs. Leren is fundamenteel sociaal en
bestaat uit samenwerking, relaties, participatie en communicatie (Illeris, 2010). In onze huidige
netwerksamenleving draait het om co-creatie. De tools die we nu hebben zoals augmented reality stelt ons in staat het
gevoel te geven dat we fysiek in een omgeving zitten, terwijl dat niet echt zo
is. De visie uit de roadmap Leren in Eindhoven 2030 (den Ouden, Valkenburg, & den Brok, 2014) is realiteit geworden: met
behulp van interactieve toetsvormen en door te toetsen met behulp van
communities valideren we kennis.
Scenario 4 inclusief literatuurverwijzingen (pdf)
Als laatste opdracht moet ik mijn leerteam een scenario adviseren. Lastig. Ik heb uiterste beschreven en ik denk dat de kracht voor de toekomst in de combinatie van deze scenario's zit. In elk scenario zitten elementen over verkennen, verwerken en veranderen. Mijn voorzichtige conclusie is dan dat we de drijvende krachten niet goed gekozen hebben omdat het onderwijs volgens mij een combinatie gaat worden van het gezamenlijk verantwoordelijk zijn van het leerproces en dat het zowel plaats gaat vinden in fysieke en online ontmoetingen.
En dit allemaal gedaan in een studiebelasting van 8 uur? Nou niet echt ... In het verzamelen van informatie voor deze quest, bloggen over #onderwijs2032 zaten al heel wat uurtjes. Volgens mij heb ik de info uit het gastcollege van Myriam Lieskamp zelfs nog niet verwerkt in mijn scenario's. Ach wel tussen de regels door ;). Wel leuk om mee bezig te zijn.
mooi gedaan, Judith. Levert mij hopelijk weer inspiratie op om verder te gaan met mijn vier scenario’s. Ik hang vast in één scenario dat voor mij heel realistisch is naar de toekomst. Daardoor is het moeilijk om de andere drie als zijnde even realistisch te onderbouwen. Als ik voldoende van de andere drie scenario’s 'op papier’ heb staan plaats ik het op de blog in het kader van kennis delen.
BeantwoordenVerwijderenHallo Judith,
BeantwoordenVerwijderenAllereerst vind ik de visualisatie van de kwadranten en de benamingen erg aansprekend! Eenvoudig en daardoor krachtig. Heel tof hoe jij je inspiratiebronnen met elkaar verbindt (zowel formele als informele bronnen). Zo ontstaan plaatjes die zowel out-of-the-box zijn als zeer waarschijnlijk dat het gaat gebeuren. Ik kan echt genieten van de leuke, imaginaire dingen die jij bedacht hebt in je scenario's. Het is duidelijk dat je veel gelezen hebt en dat je een mooie helikopterview hebt over deze bronnen, zodat je het mooi met elkaar kunt vervlechten. Zoals je zelf al schreef zijn onze assen verschillend, maar zijn er overeenkomstige dingen in onze scenario's (wellicht door Twitter: ons beider bron van inspiratie).
Petje af voor deze prestatie!
Een kleine opmerking over scenario 1: unschooling heet in het boek "Leren Innoveren" van Verbiest deschooling. Dit lijkt de officiële term te zijn voor wat jij bedoelt.
Je opmerking over de 8 uur die het zou kosten is terecht. Dit is bij lange na niet genoeg om dit soort scenario's te schrijven. Laat staan de doorlooptijd om tot dit soort creatieve verhalen te komen (even wegleggen en weer verder gaan).
Dank je wel Mieke! Ik heb de term 'unschooling' door jouw feedback vervangen door 'de-schooling' met een verwijzing naar het boek van Verbiest. Helemaal vergeten om dat voor deze quest door te bladeren. Stom! Thx voor de tip! De term 'de-schooling' komt oorspronkelijk uit de toekomstscenario's van OESO ;)
Verwijderen