Na de feedback met mijn ontwerpbureau Trapeze heb ik besloten deze los te laten. Ik had in mijn 4 deling weten - weten hoe - tonen - doen namelijk niet kennis / vaardigheden / gedragscomponenten opgenomen. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?
Het Referentiekader Taal en Rekenen had al een prachtige opbouw:
paraat hebben: kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken;
functioneel gebruiken: kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak;
weten waarom: begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht
Gisteravond kwam ons ontwerpbureau even bij elkaar in Beek. Eric was onze gastheer.
We hadden even behoefte om onze feedback van Michiel en Adriaan met elkaar te bespreken. Cindy kon niet aanwezig zijn, maar we hebben een tool for that! Google Hangout. Cindy in het washok van de camping, gestoord door het lawaai van de droger, lachen, maar het lukte!
Feedback van peers ontvangen is fijn, maar ook lastig. We zijn geen van allen inhoudsdeskundige op het gebied van trappen bouwen, dus of de feedback die we elkaar geven waardevol is weten we niet. Dat we allemaal tegen dezelfde problemen oplopen is een 'feest' der herkenning. We gaan weer verder en hopen dat de feedback tijdens de pitch op 12 mei uiteindelijk tot een goed herontwerp komt.
Ontwerpbureau Trapeze
We waren nog steeds Het Ontwerpbureau Zonder Naam. Gisteravond bedachten we Trapeze.
Al worstelend met onze trappen [trap - pezen] bouwen we onze trappen met veel kunst en vliegwerk. Ontwerpbureau Trapeze: Eric - José - Cindy
Naast Eric en José is ook Myriam mijn carpoolmaatje. Gezamenlijk rijden we elke maandag in ons reflectiebusje naar Eindhoven. Myriam was als 'expert' aanwezig bij deze peerbijeenkomst :)
Zoals verwacht kreeg ik geen GO op mijn trapmodel. Met de feedback van mijn collega's van het ontwerpbureau en Michiel weer aan de slag.
Mijn redeneerlijn vanuit mijn curriculum-analyse naar mijn her-ontwerp zat al goed in elkaar, kreeg ik als feedback van Michiel. Maar ik zit ik teveel met de eindvorm in mijn hoofd. Dat weet ik. Dat komt omdat ik het vanuit mijn rol als projectleider van MOOCZI benader, dan weet je dat het een open online leeromgeving moet worden. Er was wat onduidelijk in mijn verantwoording over het onderdeel prestatie-indicatoren. Deze worden vanuit de faculteit ICT benoemd bij een onderwijseenheid, daarom heb ik toch gehandhaafd. Ik vind ze van wezenlijk belang voor het einddoel van dit herontwerp. Het een en ander in andere volgorde geplaatst en geherformuleerd.
Trapmodel wiskunde.
Ik heb de leerinhouden
die in de referentieniveau 3F zijn omschreven herordend in Miller.Ik heb me hierbij niet meer beperkt tot alleen het onderdeel 'verhoudingen'. Trapmodel zelfsturing Ik heb wat meer literatuur verzameld rondom het theoretisch concept 'zelfsturing'. Ik kwam op het spoor van het didactisch model 'Drive'
Handig voor het creeëren van die open en online leeromgving! Later ... :)
Op advies heb ik de passende leeromgeving uit het trapmodel zelfsturing gehaald (al hoewel ik die wel uit een voorbeeld van vorig jaar had overgenomen). Ik heb het Five Stage Model van Salmon NU even losgelaten ;) Maar zal haar er toch weer snel erbij halen. Ik zal dit herontwerp niet voor 28 mei in een online leeromgeving verwerkt hebben. Echter binnen het MOOCZI-project gaan we er wel de komende weken mee aan de slag. Wellicht dat ik het tijdens LA3 het resultaat kan tonen :)
Voor een GO moest ik mijn trapmodel het begrip zelfsturing meer operationaliseren. Op advies van peerJosé het artikel van Zimmerman bestuderdeerd. En peer Mieke bracht me op het spoor van Learning by Ladders. Dit alles resulteert in een nieuw trapje. Zie hier mijn aangepaste versie van de doelbepaling voor basiscursus Wiskunde. Nu een GA of weer een GA (Go Again)? Ik probeer maandagmiddag nog even met Adriaan te skypen en 's avonds gaat het reflectiebusje (mijn carpoolmaatjes) samen met mijn ontwerpbureau nog even sparren. Ik hoop dan dat ik klaar ben zodat ik de pitch van 12 mei kan voorbereiden.
Kijk eens wat ik op de site Eductional Technology and Mobile Learning vond. Allemaal alternatieven voor het trapje van Bloom: prachtige wielen en bloemen. Nu nog even tijd voor nadere bestudering.
In mijn herontwerp probeer ik twee doelen te integrereren: kennis over basis wiskunde (niveau 3F) en zelfgestuurd leren. Hiervoor heb ik 2 trappen gebouwd, De trap voor wiskunde volgens Miller waarin de criteria voor het onderdeel verhoudingen binnen wiskunde zijn benoemd, De 2e trap die horinzontaal verzwaard, gaat over zelfgestuurd leren. In mijn herontwerp voor de online leeromgeving wil ik gebruik maken van de 5 stappen van Gilly Salmon en e-tivities beschrijven.
Tijdens de besprekingen in ons ontwerpbureau kregen we de feedback het niet te ruim te pakken, het herontwerp vooral klein te houden. Volgens mij heb ik het nu te klein gemaakt, Afwachten maar ....
What Design Can Do celebrates the power of design and its problem-solving abilities. This two-day event in Amsterdam exposes design as a catalyst of change and renewal and a way of addressing the societal questions of our time.
Zoals we met dit LA ervaren kan design kan ook veel betekenen voor onderwijsontwerp. Check out deze bijdrage van John Bielenberg tijdens het event in 2013. Op 8 en 9 mei vindt WDCD voor de 4e keer in Amsterdam plaats. Het programma.
Nu ik bezig ben met het trapmodel, Five Stage Model van Gilly Salmon kom ik ook in aanraking met haar e-tivities. Dit zijn leerarrangementen die individuele studenten in staat stellen of stimuleren om actief en participatief online te leren. De e-tivities
is op basis van eenzelfde
framework.
Het Five stage model en de e-tivities vormen samen de basis van de Carpe Diem methodiek van Gilly Salmon. Deze methodiek beschrijft het ontwerpen van een online (of blended) cursus in 6 stappen.
0. Get ready.
Zorg voor een ontwikkelteam bestaande uit een instructional media designer, een informatiespecialist met kennis van Open Educational Resources, een onderwijskundige met kennis van leertechnologie, een inhoudsdeskundige. En een klankbord van docenten en studenten om het ontwerp voor te leggen.
1. Write en blueprint. Dit is een iteratief proces dat bestaat uit: a) maak een mission statement voor je cursus en beschrijf de doelen die je wilt bereiken met de cursus en in de cursus, b) beschrijf de “look and feel” van de cursus. Wat wil je dat studenten zeggen over de leerervaring als de cursus voorbij is? c) bepaal de toetsing. De handleiding geeft beschrijft een aantal praktische vragen voor het vaststellen van de toetsing. Het gaat om zowel summatieve als formatieve toetsing.
2. Make a storyboard: Vervolgens maak je een storyboard op een flipover aan de hand van memo’s (sticky notes). Een storyboard beschrijft de verschillende onderwerpen/inhouden van de cursus die zijn afgeleid van de leerdoelen (rode memo) en welke e-tivities/leerarrangementen (groene memo’s) je van plan bent te gaan ontwerpen om studenten voor te bereiden op de toetsing (gele memo’s). De aarde van de e-tivities verschilt naarmate de cursus vordert op basis van het 5 fasen model. Bijvoorbeeld: e-tivities aan de start van de cursus zullen als doel hebben om studenten elkaar te leren kennen en voorzichtig te wennen aan online interactie, terwijl op het eind van de cursus de e-tivities inhoudelijker zullen zijn en gericht op het stimuleren op het samen construeren van kennis. Hieronder enkele voorbeelden van flipovers waarop storyboards zijn uitgewerkt: ….
3. Build you prototype: In deze fase ga je de e-tivities ontwerpen. Het ontwerpen en uitschrijven van de e-tivities gebeurt aan de hand van een vast format.
4. Check reality: In deze fase leg je het ontwerp van je cursus voor aan een klankbord van studenten, docenten en andere stakeholders. Je vraagt om feedback.
5. Review and adjust: op basis van de feedback stel je de cursus bij. Je kijkt kritisch op je blueprint, storyboard en de ontworpen e-tivities en past ze aan daar waar nodig.
6. Planning your next steps. Bepaal wat je nog meer moet doen om het ontwerp van de cursus te complementeren en de cursus te kunnen uitvoeren en evalueren.
[Bron: Carpe Diem methodiek voor ontwerpen online en blended onderwijs door Niels Maes. HANblog]
We moeten onze herontwerp baseren op een trapmodel. Maar welke? Ik was de weg een beetje kwijt.
Het Trappehuis van Escher
Ik moest de vorm los laten, niet vreemd dat ik dan op Escher uitkom ;).
Het gaat nu om het einddoel te bepalen en dan terugredeneren, zo is de opdracht.
Er worden wel wat eisen aan het trapmodel gesteld:
Geen verzameling van activiteiten maar doelen op niveau
Oplopend: niet omkeerbaar
Afhankelijkheidscriterium: de ene “trede”heeft de andere nodig
Kritische cesuur/scheiding: sommige lerenden komen niet verder dan een bepaalde trap
Universeel karakter (leerproces)
Kennisbasis ook een trap (maar in een conceptuele weergave)
Alle stappen werken naar het einddoel (eindcompetentie, eindkwalificatie).
In mijn herontwerp moeten minimaal 2 ontwikkeldomeinen beschreven worden en moet gebaseerd zijn op mijn curriculum analyse.Ik heb gekozen voor basis wiskunde en samenwerken. Tja, die vorm loslaten wordt lastig voor me want het gaat toch richting open en online cursusomgeving ;) Het opfrissen van de basis wiskunde competenties wordt immers in de vorm van zelfstudie aangeboden.
Een nevendoel voor mijn herontwerp is een toolbox voor onderwijsontwerpers samen te stellen die open en online cursusmateriaal willen maken. Of ik dat in dit tijdbestek red?
"Veel leraren gebruiken de computer als een veredeld krijtjesbord. Maar dat heeft weinig te maken met het bevorderen van het leerproces."
Daarmee slaat Martin Valcke, professor Onderwijskunde aan de UGent de spijker op zijn kop. Het gaat niet om de tool maar om het (leer)doel. Valcke 'kennen' we van het boek Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Hij start zijn presentatie met het aanhalen van de metastudie van Hattie (2009) naar de effecten van onderwijsinterventies op leerprestaties. De inzet van technologie was hierbij maar als gering effect aangetoond. Effectieve inzet van ICT in het onderwijs is van meerdere aspecten afhankelijk. Het gaat er om wat je er als docent mee doet. Valckeillustreert al spelenderwijs de kracht van technologie maar vooral samenwerken zien.
"Gebruik niet zomaar ICT in je klas," luidt het advies van de professor, "maar vraag je telkens opnieuw af hoe de computer, de tablet of de app jouw leerdoelen, inhouden, werkvormen, media en evaluatie dient."